Op 23 november 1880 werd in Bandoeng de Maçonnieke Sociëteit "Sint Jan" door een elftal vrijmetselaars opgericht. De vergunning werd verleend door Loge "De Ster in het Oosten" uit Batavia. De Sociëteit kreeg op 21 mei 1881 toestemming van de Resident van de Preanger Regentschappen om bijeen te komen in de Kweekschool voor Inlandsche Onderwijzers te Bandoeng.
Al in het eerste jaar wilden de leden een volledige loge opzetten, maar dit werd tegengehouden door de Gedeputeerd Grootmeester van Nederlands-Indië. In zijn optiek was de Sociëteit nog te klein voor dat doel.
In 1883 begonnen de leden van de Sociëteit, met toestemming van de lokale inlandse schoolcommissie met een cursus voor inlandse jongelieden waarin deze getraind werden voor beroepen als landmeter, opzichter, aspirant-officier. De docenten waren de leden van de Sociëteit. Twaalf jongeren namen deel aan deze cursus. Ook werd het plan opgevat om een Verzorgingsgesticht op te richten voor de kinderen van de landbouwondernemers in de Preanger-regentschappen en Krewang, maar dat plan moest bij gebrek aan maatschappelijk draagvlak in de kast gezet worden.
Tot 1884 kwam de Sociëteit maandelijks bijeen in de Kweekschool, en in 1884 verhuisden de bijeenkomsten naar het Braga-gebouw.
In 1888 bleek echter het aantal leden zo geslonken te zijn dat de Sociëteit in ruste ging. Het duurde tot 1895 voordat de in Bandoeng woonachtige leden van vrijmetselaarsvereniging "Mataram" een aanvraag deden bij de "Ster in het Oosten" om de Sociëteit weer nieuw leven in te blazen. Het bestuur van de loge verwees de aanvragers naar loge "Excelsior" die geografisch het dichtst in de buurt lag. Dit alles leidde tot een constitutiebrief, voor een loge met beperkte bevoegdheid, gedateerd 21 juni 1896, waarin de loge nummer 84 kreeg toegekend. De loge werd op 26 juni 1897 geïnstalleerd, onder het toeziend oog van vertegenwoordigers uit onder meer Batavia, Buitenzorg, Djokja en Solo. In 1899 werd een constitutiebrief verleend voor een loge met volledige bevoegdheid. De installatie hiervan vond plaats in januari 1900.
Al bij oprichting werd de Bandoengse Volksbibliotheek, die opgericht was door een aantal vrijmetselaars, overgedragen aan de loge.