Auteur: René Bekker

  • Mythes over de vrijmetselarij

    Mythes over de vrijmetselarij

    Sinds het ontstaan van de vrijmetselarij heeft de organisatie te maken met felle tegenstanders, samenzweringsfanaten en suggestieve verhalen. de meest recente natuurlijk de uiterst succesvolle boeken van een mijnheer Brown. De verhalen beschuldigen de vrijmetselarij van het verbergen van buitenaardse wezens, het meespelen in globale samenzweringen en dubieuze rollen in de maatschappij. Leden zouden moeten drinken uit schedels, in duistere achterkamers beslissen over machtige posities en het leven van miljoenen beheersen.

    Af en toe komt er weer eens een vrijmetselaarsorganisatie in het nieuws omdat ze dit dan weer categorisch ontkennen, maar meestal doet “de vrijmetselarij” er het zwijgen toe.

    Het grappige is dat degenen die de beschuldigingen of ideeën uiten zonder uitzondering geen vrijmetselaar zijn, of aantoonbaar door andere drijfveren worden aangemoedigd.

    Daarom een paar mythes over vrijmetselarij

    MYTHE 1: Overal zijn vrijmetselaarssymbolen te vinden

    De vrijmetselarij is rijk aan symbolen, maar zelfs historici bevestigen dat deze symbolen niet puur eigen aan de vrijmetselarij zijn. Vele symbolen zijn gelicht uit de Europese, klassieke en zelfs Joodse en Christelijke traditie. Vrijmetselarij geeft er een eigen draai aan.

    Kijk bijvoorbeeld naar het Alziend Oog: een oog-symbool werd al gebruikt door de oude Egyptenaren, Grieken, Romeinen, etc. De vrijmetselarij heeft dit symbool genomen en er een eigen interpretatie aan gegeven. De afbeelding op het dollarbiljet is een reflectie daarvan: het ontwerp werd gemaakt door Pierre Du Simitiere die geen vrijmetselaar was. De uitleg ervan werd gegeven in 1782, toen gesteld werd dat het een symbool was van de “invloed van de Voorzienigheid op[ de Amerikaanse zaak”.

    De enige vrijmetselaar die iets met het ontwerp te maken had was Benjamin Franklin, wiens eigen ontwerp geen oog had en verworpen werd.

    MYTHE 2: Vrijmetselaars komen van de Tempeliers

    Er wordt op diverse plekken gesuggereerd dat vrijmetselarij af stamt van de Tempeliers, maar enig onderzoek leert dat dit idee pas -aantoonbaar- in de 18e eeuw voor het eerst werd geopperd. Ongeveer 5 eeuwen na het einde van de Tempeliers. Er worden vergelijkingen getrokken met het graden systeem, maar ook daar weer blijkt dat de Tempeliersgraden (of wat we daarvan weten) niet overeenkomen met de graden in de vrijmetselarij. De graden in de vrijmetselarij zijn exact hetzelfde als middeleeuwse gilde-graden. De Tempeliers werden opgeheven in de 14e eeuw, en de eerste vrijmetselaars kunnen pas aanwijsbaar in de 17e eeuw ontdekt worden: een gat van driehonderd jaar dat niet opgevuld kan worden.

    Een expert op het gebied van de Tempeliers van Cardiff University heeft hier ook al wat woorden aan gewijd: “Er is geen enkele manier waarop die twee iets met elkaar te maken hebben”.

    MYTHE 3: Vrijmetselaars verbergen de Tempelierschat

    Een van de verhalen die in de 20e eeuw opgang deed was de suggestie dat vrijmetselaars de Tempelierschat verbergen. Dat zou dan via Rosslyn Chapel zijn gegaan. Ook daar wordt dit door historici met ontkenning beantwoordt. “Een mogelijke link tussen Rosslyn Chapel en de vrijmetselaars is pas ontstaan in de 19e eeuw, als gevolg van enthousiaste vrijmetselaars die overal iets in zagen. Zo werd de “Apprentice Column” die als symbool wordt aangehaald pas in de 19e eeuw zo benoemd. De link tussen Rosslyn chapel en de tempeliers is zo mogelijk nog dunner. Ondanks vele suggesties zijn er geen eenduidige Tempeliers of vrijmetselaarssymbolen in de kapel te vinden”.

    Er zijn reeds verschillende onderzoeken geweest in en om Rosslyn Chapel: geen enkele heeft een link opgeleverd.

    De Tempeliers waren weliswaar fabuleus rijk geweest, maar, zo stelt een historicus, ze werden opgedoekt in een tijd dat hun rijkdom al behoorlijke klappen had gehad, en omdat de Franse koning dringend geld nodig had. Zo er sprake is van een “schat” zal de Franse en andere heersers deze zich al snel toegeëigend hebben.

    MYTHE 4: De straten van Washington zijn vrijmetselaarssymbolen

    Washington D.C. is ontworpen door de Franse Pierre L’Enfant (geen vrijmetselaar). het is geen historisch gegroeide  stad, maar uitgelegd op basis van een plan. Hoewel vrijmetselaars een actieve rol hebben gespeeld in het ontwerp van het Witte Huis en een groot aantal andere gebouwen, wordt zelfs door vrijmetselaars niet aangenomen dat men iets te maken heeft gehad met het grondplan van de stad. Onduidelijk is ook wat het doel zou zijn van een dergelijke exercitie.

    MYTHE 5: Vrijmetselaars regeren de wereld

    De leden van een vrijmetselarij tellen behoorlijk wat prominenten onder hun rangen. Dat zou genoeg zijn voor sommige samenzweringsfanaten om te zeggen dat er een soort geheime groep is die de wereld regeert. Een beetje een studie van de organisatie geeft al een indicatie van de gedecentraliseerde natuur van de vrijmetselarij die, zoals elke organisatie deskundige toegeeft, juist een struikelblok vormt voor het efficiënt management van wat dan ook. Elk land kent een of meerdere Ordes of Grootloges met geen tot nauwelijks een onderlinge afstemming. Elke Grootloge is autonoom en mag zelf allerlei beslissingen nemen. Daaronder hangen de loges met ook weer allerlei autonome bevoegdheden. Internationaal wordt het ook nog eens gecompliceerder omdat de verschillende Grootloges niet alleen elkaar nog wel eens tegenspreken, maar ook omdat ze zelfs elkaar niet eens willen erkennen.

    Vrijmetselarij wordt bepaald door het aanhangen van gelijksoortige waarden, maar dat impliceert niet een gelijksoortige en eenduidige hiërarchie: dat zijn twee verschillende zaken.

    MYTHE 6: Vrijmetselarij is een religie of een sekte

    Vrijmetselarij verbiedt elke discussie over religie of politiek in haar regels. Ondanks de vaak wat bijzondere terminologie en het lenen van symbolen uit het Christen- en Jodendom kent de vrijmetselarij geen theologie, en biedt het geen pad naar verlossing of andere goddelijke beloningen.

    Het succes van de vrijmetselarij in sommige tijdsgewrichten en culturen kan voornamelijk geweten worden aan het feit dat in deze organisatie verschillende geloven op gelijke voet naast elkaar konden zitten zonder dat er direct een conflict uit brak.

    MYTHE 7: Vrijmetselaars zitten achter de Franse en Amerikaanse revolutie

    Hoewel het waar is dat prominente vrijmetselaars betrokken waren bij beide revoluties lijkt deze mythe een paar zaken te vergeten. Vrijmetselarij ontstond in Engeland, en had bij de Amerikaanse Revolutie aanhangers aan beide zijden van het conflict. In de Franse revolutie was dit ook het geval. De claim dat beide revoluties hun oorsprong vinden in de vrijmetselarij wordt door vrijmetselaars geclaimd, doch bestudering levert al vrij snel op dat de eerste claims hierover vaak pas honderden jaren na afloop ontstonden, als -toevallig- alle directe getuigen al overleden waren.

    MYTHE 8: Lidmaatschap vraagt dubieuze connecties en handelingen

    In tegenstelling tot de beelden die wel eens ontstaan hoeven vrijmetselaars geen wijn te drinken uit schedels, adverteren zij hun lidmaatschap niet met handsignalen, en dragen ze geen ingewikkelde kostuums of pijen bij hun ritualen.

    “De bijzondere handdrukken zijn er, maar die worden tegenwoordig alleen nog maar in een loge context gebruikt”. Vrijmetselaars kunnen vrijelijk tussen loges bewegen, en om elkaar te herkennen, zo ze dat nog niet doen, zullen ze bepaalde uitdrukkingen gebruiken. Wat volgt is geen ingewikkelde signalen, maar een eenvoudig vragen en feest der herkenning”.

    Wereldwijd zijn er zo’n 5 miljoen leden, het is niet echt rationeel te noemen om dit als de kleine elite te betitelen.

    In tegenstelling: in de meeste Westerse landen zijn vrijmetselaars vrij open over het bestaan van hun organisatie en het feit dat ze lid zijn. Dit was wel eens anders, maar dat was het gevolg van het feit dat zonder uitzondering autoritaire regeringen niet zo vrolijk worden als burgers achter gesloten deuren openlijke gesprekken voeren.

  • Een overdenking

    Een overdenking

    In een ver verleden was er in Constantinopel een machtig keizer die het ene land na het andere veroverde. Men begon te fluisteren dat hij de wedergeboren Alexander de Grote was. Zijn paleizen stroomden over van de rijkdom en de exotische goederen uit verre vreemde landen. Raadsheren en generaals vochten om aan zijn zijde te mogen staan. Voorzichtig begon men te fluisteren dat het rijk weer de grootte van weleer zou behalen.

    Op een dag werd deze keizer ziek, zwaar ziek, en hij trok zich terug in zijn paleis in Constantinopel. Ambassadeurs stuurden koortsachtig brieven naar hun koningen en heersers om elke verandering van de gezondheid van de keizer te laten weten. Generaals onderhandelden wapenstilstanden met vijanden om terug te kunnen keren naar Constantinopel. Zelfs de bevolking leek de adem in te houden. Smeekbeden werden uitgesproken door de priesters in de Hagia Sophia en alle andere kerken in de verre uithoeken van het rijk.

    De geneesheer van de keizer werd steeds negatiever. Ook de keizerin sloot zich op in haar vertrekken als zij niet aan het bed van de keizer zat. De geruchten dat het einde naderde werden steeds nadrukkelijker. Iedereen probeerde een antwoord te krijgen op de vraag “wat gaat er gebeuren”?

    Na een paar weken staarde het iedereen in het gezicht. De keizer was stervende. Generaals probeerden uit te vinden hoe lang hij nog had, wetgevers smeekten om instructies. De geneesheer en zijn assistenten zwegen in alle talen.

    Het was een woensdag toen de keizer zijn vertrouwelingen binnen riep in zijn slaapvertrekken. Zijn gezicht bleek en ingevallen, zijn handen mager en bevend. Het gezelschap zweeg en hier en daar maakte een traan zich los van de ogen. Hier lag de man die een jaar geleden nog de ene na de andere veldslag won. De keizerin zat naast het bed en depte met een doek zijn zwetende voorhoofd.

    Zwak klonk zijn stem, terwijl hij de een na de ander begroette. “Ik heb jullie bijeengeroepen om mijn laatste wensen te horen. Ik weet dat ik niet lang meer heb. Wat gedaan kon worden is gedaan”. De ministers namen hun schrijfgerei, wachtend op beleid. De generaals alert om aanvalsplannen te horen. Het hoofd van de Kerk wachtte op instructies voor alle kerken in het rijk. Elk vreesde en hoopte voor zijn eigen positie, hier en daar roerde de naakte ambitie zijn glibberige hoofd.

    “Als eerste wens ik dat mijn kist alleen gedragen zal worden door de beste geneesheren van het rijk. Laat ze uit elke hoek komen en in processie mijn lichaam begeleiden.” Zwaar ademend viel hij terug in zijn kussen terwijl de aanwezigen verward elkaar aan keken. Een verontrust gefluister startte op.

    De keizer hief zijn bevende hand op, iedereen zweeg.

    “Als tweede wens ik dat de weg van mijn paleis naar mijn graf zal worden bestrooid met zijde, goud en edelstenen. Daar om gezien en vertreden te worden door het volk en de processie”. De keizer slikte zwaar en even sloot hij zijn ogen, terwijl de hofhouding in stilte toe keek.  Zachtjes depte de keizerin zijn voorhoofd, met een liefdevolle aanraking.

    Zijn ogen openden weer, en staarden naar het plafond. “Als derde wens ik dat mijn handen uit de kist worden gehangen”.

    De hofhouding was verbijsterd. De machtigste man in het rijk lag stervende, en geen instructies over opvolging, geen aanvalsplannen, zelfs geen suggesties over wetgeving.

    “Als laatste wens ik dat mijn kist voorafgegaan wordt door mijn vrouw, mijn zoon, en de laagste dienaar in de keukens van dit paleis. Geen hoogwaardigheidsbekleders, generaals, ministers of ambassadeurs. Geen wapens of goederen. Slechts deze drie zullen het symbool zijn van mijn regering”. Het ademen van de keizer werd nu zwaar en diep. De inspanning had het uiterste van hem gevergd.

    Een van de generaals stapte naar voren en viel op zijn knieën. “Majesteit, uw wensen zullen uitgevoerd worden, maar vertel ons, waarom deze wensen?”

    Een glimlach vormde zich op de dunne, grijze lippen van de keizer, en vanuit zijn kussen klonk een antwoord: “Ik wil dat de geneesheren mijn kist dragen om te tonen dat zelfs als je beschikt over de beste artsen in de wereld, de dood voor eenieder van ons komt. Bedelaar of keizer, wij allen gaan die weg”.  Voorzichtig steunend op zijn  ellebogen probeerde hij zich wat op te richten, terwijl de keizerin zijn achterhoofd vasthield.

    “Ik wil dat de weg bestrooid wordt met de mooiste zijde, edelstenen en goud, om te tonen dat zelfs als je de rijkste man op aarde bent, het uiteindelijk waardeloos is. Al dit, het zijn dingen: steen, stof, metalen. Genoeg om vertreden te worden door de voeten van zelfs de armsten onder ons. Welk nut heeft het voor mij nu”? Zijn borst ging wild op en neer, omdat zelfs het spreken van een paar woorden een kracht vroeg die zijn lichaam niet meer kon leveren.

    “Ik wil dat mijn handen uit de kist hangen om iedereen te tonen dat wij allen in de wereld komen met niets, en wij allen uiteindelijk ook zullen vertrekken met niets”.  De keizer pauzeerde. Terwijl de omstanders toekeken zagen ze zijn ogen weer opvlammen, en even bekroop de hoop de aanwezigen.

    “Ik wil dat mijn vrouw, zoon en de laagste dienaar voorop lopen om de wereld te tonen dat de enige waarde die wij als mensen kunnen nalaten de liefde en het respect voor onze partners en vrienden is, het leven in de ogen van onze kinderen, en de goedheid die we tonen naar mensen waarvan we niets verwachten. Dat is alles wat ik heb gegeven, en laat dat mijn gedenkteken zijn.”

    Met deze woorden liet hij zich terugvallen in het kussen. De geneesheer snelde toe, maar het was reeds te laat: met een diepe zucht was de keizer ingeslapen. Zijn ogen werden gesloten door de keizerin.

  • De zin van geheimen

    De zin van geheimen

    Als we de nieuwsvoorziening bekijken over Facebook, Sleepwet en andere thema’s dan komen geheimen daar prominent in voor. De vrijmetselarij heeft geheimen, maar waarom eigenlijk?

    In de Vrijmetselarij wordt je regelmatig geconfronteerd met geheimen. Al bij je inwijding leer je een aantal “geheimen”. De geheimen die je daar leert hebben betrekking op waarden die gebruikt moeten worden als thema voor reflectie. Veel wordt altijd gemaakt van de geheimhouding van de vrijmetselarij: de speculaties er over (door niet-vrijmetselaars) lopen van het banale tot het uitgesproken bizarre.

    Een Duitse socioloog stelde vast dat het fundamentele issue bij geheimen niet het geheim zelf is, maar vertrouwen. Iets dat we wederzijds aan elkaar moeten geven, iets wat we niet kunnen opeisen. De socioloog stelde vast dat geheimen voorkomen in een aantal categorieën die uiteindelijk terug te voeren zijn naar een type relatie: partnerschap, vriendschap en huwelijk.

    De vrijmetselarij lijkt binnen deze categorieën het meest binnen partnerschap te vallen. Een doelgericht partnerschap is een aparte sociologische entiteit. In deze partnerschap hoeven deelnemers elkaars geheimen niet te weten: ze komen samen voor een doel. Het enige wat ze van elkaar moeten weten is welk doel ze gezamenlijk nastreven. Op dit niveau functioneert een zekere mate van vertrouwen als de basis voor het succes van hun doel.

    Op basis hiervan ontstaat er een interessante relatie tussen vertrouwen en discretie. Discretie is het respect voor elkaars geheimen, verbonden aan een gebrek aan interesse in wat niet expliciet onthuld wordt. Hierdoor wordt de partnerschap ook gebouwd op deze twee pilaren. We vinden het niet noodzakelijk om meer te weten over bijvoorbeeld een werkcollega dan strikt noodzakelijk of relevant, zelfs als we misschien brandende vragen zouden hebben. Het recht om vragen te stellen wordt in toom gehouden door het gerespecteerde recht op geheimhouding.

    Vertrouwen fungeert als een lijm in een partnerschap, en is een tussen-staat tussen weten en onwetendheid. Als je alles weet over iemand hoef je niet te vertrouwen: je weet immers, en als je onwetend over iemand bent is er geen logische reden voor vertrouwen. Hoewel de grenzen van discretie vaak moeilijk vast te pinnen zijn lijkt het verbonden aan een zekere mate van respect voor de ander. Zodra er geen respect voor een andere persoon is, vervallen we al snel in indiscreet gedrag.

    Op filosofisch niveau kan het bewaren van een geheim een lijdensweg of een test zijn. Kierkegaard zei ooit “lijden is een geheim delen met God”.

    Wat betekent dit voor onze wereld en maatschappij?

    Wij leven in een maatschappij die besloten lijkt te hebben dat ultieme transparantie een weg is tot zuivering van de maatschappij. Transparantie die gebruikt werd om strafbaar gedrag te vinden en openbaar te maken heeft ondertussen onze eigen relaties met anderen veranderd en is een invasief concept geworden. In een wereld waar zelfs toevallige voorbijgangers in de diepste geheimen van je privéleven kunnen kijken, en waar overheden meekijken in je communicatie lijken we slecht om te kunnen gaan met deze transparantie. Onzeker over wat we moeten, mogen of niet hoeven te delen experimenteren we er op los.

    Het “geheim” lijkt op te lossen in de wereld van technologie, van social media en de noodzaak die mensen voelen tot het doen van allerlei spontane bekentenissen. Als gevolg hiervan ontstaat een geweldige stroom aan informatie waarbij het lijkt alsof niets meer verborgen kan zijn en alles in de etalage moet liggen. We worden aangespoord mee te doen aan dit openbaar maken, gedwongen zelfs, want “een geheim hebben” begint een negatieve connotatie te krijgen. We moeten alles openbaren: onze fouten, onze vergissingen. Al die misstappen die ons gemaakt hebben tot wie we zijn. Al die fouten die ons naar ons eigen rechte pad gebracht hebben.

    De functie van het geheim binnen de vrijmetselarij is niet het verbergen van het negatieve, het duivelse of het kwade. De functie van het geheim is juist een licht-brengend principe. Het geheim is een middel dat ons herinnert aan het feit dat niet alleen wij een pad hebben, maar dat wij ook anderen helpen op hun pad.

    Door ons vertrouwen naar en in elkaar te bewaren en te bewijzen en het oog gericht op ons doel.

  • Is vrijmetselarij zinvol in de 21ste eeuw?

    Is vrijmetselarij zinvol in de 21ste eeuw?

    De vraag wordt regelmatig gesteld. De opmerking is dan dat vrijmetselarij iets uit het verleden is, een beweging die zinvol was in de 18e en 19e eeuw, maar ondertussen is ingehaald door het moderne leven. Een leven vol hectiek, met andere sociale en familie verbanden.

    De argumenten zijn veelal hetzelfde:

    • Als vrijmetselarij een religieuze beweging is, dan is het niet uniek, en zeker niet onvervangbaar.
    • Als vrijmetselarij een politieke beweging is, dan is het heel slecht in het uitvoeren van haar taken.
    • Als vrijmetselarij filantropisch is, dan is het ingehaald door grotere en beter georganiseerde NGO’s
    • Als vrijmetselarij een serviceclub is, dan is het slechts een van de velen en niet bijzonder.

    Het probleem is met deze argumenten is, dat vrijmetselarij geen van allen is.

    Zeker, vrijmetselarij biedt haar leden morele en spirituele perspectieven, maar geen religieuze. Het promoot dat leden een actieve rol spelen in hun omgeving, maar heeft geen politieke visie. De goede doelen die vrijmetselarij ondersteunt zijn een consequentie van het gedachtegoed, maar niet de kern, en kandidaten die het zien als een serviceclub komen zeer snel bedrogen uit.

    Dit weigeren om in vakjes geduwd te worden heeft vrijmetselarij steeds parten gespeeld: voorstanders van autoritaire en centralistische regeringsvormen zijn zonder uitzondering vijandig naar de vrijmetselarij. Zij verguizen de humanistische en egalitaire wijze van handelen en de vrijdenkende geest van de vrijmetselarij. In Europa is bij vrijmetselaars in het westen de herinnering aan de vervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog nog levend, in het oosten de vervolging onder het communistische juk. Onbegrijpelijk voor de buitenstaander, en zelfs voor sommige ingewijden.

    Moderne vrijmetselaars worden gestimuleerd om aan zichzelf te werken en verantwoording te nemen voor hun omgeving en de mensheid op een manier die door geen andere organisatie wordt gepropageerd. Als er een minpunt zou zijn, dan is het dat de rituelen wat anachronistisch zijn…. Of toch niet?

    De oorsprong

    Om te begrijpen wat vrijmetselarij vandaag de dag is, zullen we terug moeten gaan naar het begin. Vrijmetselarij ontstond in een Europa dat aan de vooravond stond van grote maatschappelijke en sociale veranderingen. Communicatie over grote afstanden was mogelijk geworden, schepen brachten goederen en ideeën uit verre vreemde landen, en de wetenschap maakte grote sprongen in het begrijpen van de wereld, het universum en de plaats van de mens daarin. Langzaam maar zeker begonnen filosofen te begrijpen dat de Europese regeringsvormen, geworteld in de Middeleeuwen, niet meer voldeden aan de eisen en wensen van de moderne mens. Verlichtingsdenkers, die zonder uitzondering de vrijmetselarij aanhingen, zagen zichzelf staan aan de vooravond van een transformatie van mens en maatschappij.

    Daar waar de mensheid gedefinieerd werd door families, stammen, dorpen en landen begon men te realiseren dat we allemaal stakeholders zijn in een globale economische, politieke en culturele entiteit. De natuurlijke conclusie was de focus op de rechten van de mens die doorsijpelde in de Amerikaanse en Franse revolutie. Het gedachtegoed maakte het individu onderdeel van een grotere wereldgemeenschap en legde een verantwoordelijkheid voor het individu bij diezelfde gemeenschap. Dit gedachtegoed legde het fundament voor concepten als de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de basis voor de berechting van “misdaden tegen de menselijkheid”.

    Één wereld

    Veldheren en heersers hebben in de geschiedenis getracht om rijken uit te kerven met meer of minder geluk. Basaal gebruikten ze hier twee methoden voor: de complete culturele en militaire dominantie van één volk over de anderen, of het van boven af bouwen van een samenleving op basis van respect voor anderen. Van de eerste manier kunnen we voldoende voorbeelden op noemen, van de tweede zien we vaak slechts elementen terugkeren. De vrijmetselarij ziet een derde manier: het bouwen van een globale menselijke samenleving met respect voor het individu van onderop.

    Een analyse van de rituelen van de vrijmetselarij toont hierin belangrijke aanknopingspunten: beïnvloedt door de grootste denkers van hun tijd bestaat het niet uit een lege ceremonie met een historiserende en logische opbouw, maar beelden en verhalen die gemakkelijk te onthouden zijn en belangrijke waarden communiceren van de Verlichting. Geen opdreunen van feiten of inhameren van doctrines en dogma’s, maar een oproep tot contemplatie, reflectie en benadrukken van vrijheid, gelijkheid en broederschap.

    Vrijmetselarij “leent” in haar symboliek en rituelen uit elke beschaving: er zitten klassieke, christelijke en joodse elementen in. Alchemie, tempeliers, Egypte, ze komen allemaal voorbij zonder een hutspot van tegenstrijdigheden te formuleren. In de uitvoering van een ritueel hoeft niet elke vrijmetselaar bewust te zijn van elk onderdeel van het ritueel of de diepere betekenis van elk symbool.

    Als gevolg hiervan is de vrijmetselarij, haar rituelen en symbolen een encyclopedie van universele waarden geworden. Om alle kennis uit te pakken en te decoderen heeft de ingewijde veel tijd nodig. Al snel wordt duidelijk dat de rituelen en symbolen niet bedoeld zijn om allemaal geanalyseerd en begrepen te worden, maar juist dat elk individu er uit haalt wat op dat moment binnen de eigen leefwereld resoneert.

    De cultuur van elke loge promoot en stimuleert dat leden verschillende ideeën en concepten bestuderen, vaak ver verwijderd van hun dagelijks leven. Vrijmetselaars leren snel kennis tot zich nemen, tolerant te zijn voor andere meningen, en zelfs verhandelingen aan te horen en te analyseren die lijnrecht op de eigen mening staan. Dit evenwel zonder de eigen persoonlijkheid of mening op te geven: verre van dat, gesprekken worden juist gestimuleerd, waarbij de vrijmetselaar leert om zijn eigen mening en gedachten te onderbouwen en waar nodig bij te schaven zonder deze op te leggen aan anderen. Dit verbreden van de gedachten ontwikkelt niet alleen de horizon van het eigen denken het stimuleert het verbeeldingsvermogen.
    Als gevolg leert de vrijmetselaar al snel dat ondanks de diverse opinies, culturen en zienswijzen, de wereld verbonden is en in zekere zin afhankelijk van elkaar.

    In deze zin waren de oprichters van de vrijmetselarij hun tijd ver vooruit.

    Tolerantie, vrijdenken en broederschap

    De oprichters van de vrijmetselarij waren alle goede protestanten en getrouwe onderdanen van de Britse koning. Toch schreven zij expliciet niet in hun regels dat men protestant moest zijn of een onderdaan. Door dit specifiek niet te zeggen stelde men de organisatie open voor mensen van allerlei achtergronden en met allerlei overtuigingen. Door de regels op een specifieke manier te formuleren dwongen zij af dat de vrijheid van denken, vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van geloof verankerd werd in de vrijmetselarij twee eeuwen voordat de publieke discussie hierover ontstond.

    Om de verbondenheid te benadrukken spreken zij in hun regels uit dat er een universele broederschap is, waardoor een radicaal concept werd ingevoerd in een Europa waar de religieuze oorlogen nog vers in het geheugen lagen. De huidige en voormalige vijand werd ineens een “broeder” waar men zonder vooroordelen mee kon en moest praten.

    Hoewel “broederschap” vaak terugkomt in religieuze verbanden is er een fundamenteel verschil tussen bijvoorbeeld kloosterorden en de vrijmetselarij. Religieuze broederschappen definiëren deze broederschap altijd als verticaal (we zijn immers kinderen van dezelfde vader, en dus broeders), het lid dient zich te onderwerpen aan de wil van de “vader” en de broederschap is beperkt tot de leden van de broederschap: exclusief.

    De broederschap van de vrijmetselarij is horizontaal. Het ontstaat uit de individuele beslissing om anderen te erkennen als “broeders”, zonder tussenkomst van een hogere macht. De resulterende broederschap is daarmee niet gebonden aan regels en dogma’s, maar een uiting van vrije keuze. Het vergt het begrijpen en voelen dat alle mensen verbonden zijn, ondanks verschillen. Ook daar was vrijmetselarij haar tijd vooruit: door actief om te gaan met diversiteit lang voordat dit een maatschappelijk issue werd.

    Een ander belangrijk verschil met religieuze broederschappen is dat vrijmetselaars nooit getracht hebben mensen te bekeren: de nadruk op de “vrije wil” en de “vrije keuze” is een van de meest belangrijke principes.

    Morele verantwoordelijkheden

    Een ander iets waarin de vrijmetselarij afwijkt van vele andere organisaties is dat zij geen “einddoel” voor ogen heeft. Het is waarden gebaseerd. Los van hoe deze waarden uitgevoerd worden of geïnterpreteerd accepteerden de eerste vrijmetselaars dat de wereld veranderd en dat mensen veranderen. “Medemenselijkheid” als kernwaarde van de vrijmetselarij kan daardoor transformeren door de eeuwen in interpretatie en invulling, maar de kernwaarde blijft overeind. Het gevolg is dat vrijmetselarij vanuit haar basis ook volledig vrij is van dogma’s. Elke vrijmetselaar wordt opgeroepen om binnen de eigen leefomgeving op basis van eigen (culturele) waarden invulling te geven aan de kernwaarden. De diversiteit van meningen en culturen komt dan prachtig tot uiting in het symbool van de “mozaïeken vloer”: een tegelvloer van verschillende stenen die toch tezamen een vloer vormen.

    Conclusie

    In de wereld van vandaag zien we dat landen en gemeenschappen verscheurd worden tussen de discussies omtrent diversiteit en associatie. Reacties op de influx van andere culturen, en tegelijkertijd de wens om blokken te vormen leiden tot tegengestelde krachten die hun eigen balans lijken te verstoren. Landen willen vredig samenwerken, maar bewapenen zich tot het punt dat ze mensheid kunnen uitroeien. Regeringsleiders kiezen voor intimidatie, zonder daadwerkelijke oorlog, in de hoop op dat scherp van de snede te blijven lopen, met het risico dat als ze vallen wij allemaal meegaan.

    Steeds meer mensen komen tot de conclusie dat dit het pad van waanzin is. Zelfs als er een dominante supermacht zou zijn, dan zou het bouwen van een werelddominantie ongelooflijk complex zijn. Het probleem ligt daarbij niet in het opleggen van een politieke visie, maar het rekening moeten houden met de culturele, religieuze, en politieke diversiteit en het aanpassingsvermogen van mensen. Mensen met elk eigen meningen, willen en stemmen. Dit heeft er voor gezorgd dat we succesvol zijn als soort, en levert tegelijkertijd een ingebouwde reflex dat we onze eigenheid automatisch verdedigen.

    De vrijmetselarij opent de geest voor deze diversiteit, tolerantie, respect en liefde voor anderen. Het staat ons toe om onze vooroordelen naast ons neer te leggen en de belemmering in onze systemen en gemeenschappen te zien. Als we bijvoorbeeld culturele diversiteit zien als fundamenteel voor het overleven van de mensheid in de 21e eeuw, dan wordt vrijmetselarij ineens bijzonder relevant. Niet als een soort lapmiddel, maar als een methode om om te gaan met al die verschillende zienswijzen, achtergronden en culturen.

  • Wat brengt vrijmetselarij jou?

    Wat brengt vrijmetselarij jou?

    “Als we binnen in ons zelf niet geloven in dat diepgewortelde gevoel dat er iets hogers is dan onszelf, zullen we nooit de kracht vinden om in iets hogers te evolueren” – Broeder Dr. Rudolf Steiner

    Een van de veel gestelde vragen is: “wat brengt vrijmetselarij mij”?

    Het probleem bij beantwoording van deze vraag is dat het verschilt per situatie, per cultuur en per tijdvak. Het nadeel van de vrijmetselarij is dat de kernwaarden niet veranderen, tegelijkertijd is het voordeel van de vrijmetselarij dat de kernwaarden niet veranderen.

    De eenvoudige concepten en doelen van de vrijmetselarij zijn vandaag de dag nog net zo relevant voor jou als in de tijd van onze grootouders, of zelfs tweehonderd jaar geleden. Je zou zelfs kunnen stellen dat ze vandaag de dag harder nodig zijn dan ooit tevoren:

    • Goede mannen beter maken. Vrijmetselarij is nooit bedoeld als een hulporganisatie voor “gevallen mannen” op zoek naar verlossing. Het redt je ziel niet, verlost je niet van verslavingen, zet geen dwalende echtgenoten op het rechte pad, en maakt van dieven geen eerlijke mensen. Gek genoeg zijn de regels van de vrijmetselarij juist ontworpen om zulke mensen buiten te houden. Vrijmetselarij heeft altijd behoorlijk strikte standaarden en gedragscodes gehad voor leden en geïnteresseerden.
    • Bouwt zelfvertrouwen. In een loge bouw je een vertrouwensband op met een kleine groep mannen vanuit allerlei delen van de samenleving. Je leert ze kennen op een individuele en directe basis. Zij verwachten dezelfde steun van jou die zij jou bieden. Elk vanuit een eigen achtergrond en opleiding. Door samen rituelen uit te voeren en zelfstandig taken uit te voeren of zelf openbaar te spreken binnen deze groep bouw je zelfvertrouwen op, binnen een beschermde groep die samen beschikt over vele jaren levenservaring en onderwijs.
    • Broederliefde. De kracht van vrijmetselarij is dat door gezamenlijke ervaringen mannen uit allerlei delen van de samenleving en de wereld verbonden worden. Mannen die elkaar anders niet tegen zouden komen worden samengebracht, waarbij vrijmetselarij dwars door sociale, economische, raciale, religieuze en politieke grenzen heen gaat.
    • Hulp bieden. Vrijmetselarij stimuleert haar leden om zelf verantwoording te nemen in de maatschappij. Het inspireert vrijmetselaars om vrijwilliger te worden, te doneren en actief te worden in hun omgeving. Zodra een vrijmetselaar in de problemen komt zal hij direct merken dat zijn loge voor hem klaar staat.
    • Zoeken naar waarheid. Loges zijn geen kerken of religieuze instellingen en ook geen alternatief hiervoor. Geen enkele vrijmetselaar zal je vertellen wat de waarheid is. Bijeenkomsten in loges zijn geen vervanging voor een eigen spirituele zoektocht. Wat vrijmetselarij wel doet is elk lid de instrumenten bieden en aanspreken op zelfonderzoek. Je wordt gestimuleerd om eens echt in die spiegel te kijken.
    • Tijdloze principes bieden. De principes van vrijmetselarij zijn eenvoudig. Het zijn de basisprincipes die los van culturele, politieke en andere verschillen in elke maatschappij en gemeenschap van belang zijn en waar waarde aan gehecht wordt. Teruggebracht naar de basis biedt vrijmetselarij mannen een veilige omgeving waar zij even kunnen ontsnappen aan de wereld daarbuiten, met strikte regels om de onderwerpen die de meeste conflicten opleveren buiten de deur te houden.
    • Deel van een eeuwenoude keten. Als vrijmetselaar ben je onderdeel van een eeuwenoud gezelschap dat maatschappelijke veranderingen, oorlogen, en revoluties heeft doorstaan. Dat vergt niet alleen doorzettingsvermogen, maar zegt ook iets over de boodschap die het heeft.

    Door de eeuwen heen heeft de vrijmetselarij zich altijd aangepast aan de wensen en modes van de tijd, terwijl het toch in staat is geweest om het eigen karakter, vorm en filosofie te behouden. Uiteindelijk is wat je uit vrijmetselarij haalt afhankelijk van wat je er in stopt.

    Hoe relevant is dat voor jou?

  • De gereedschappen van de vrijmetselaar

    De gereedschappen van de vrijmetselaar

    Een instructie

    De vrijmetselaar gebruikt allerlei gereedschappen met een symbolische waarde. Dat kan voor de geïnteresseerde nogal eens tot verwarring leiden: wat kan de symbolische betekenis van een liniaal zijn?

    Als een klein tipje van de sluier een gedachtegang over een aantal gereedschappen en hoe je dat in je leven zou kunnen gebruiken. Let wel, dit is slechts een gedachtegang, een eerste aanzet en wacht op jouw gedachten om het te verbeteren.

    “De liniaal leert ons elke stap in het leven afgemeten te doen, om langs een rechte lijn voort te gaan op ons eigen pad. Het leert ons om ons niet te laten afleiden en zo af te wijken naar links of rechts. Steeds wanneer we in situaties komen die ons suggereren dat we wel eens iets “krommer”zouden kunnen zijn, herinnert het symbool van de liniaal ons er aan om die lijn altijd te blijven volgen van de eigen weg. Het leert ons ook om in de eigen conversatie en het handelen rechtlijnig te blijven.

    Het schietlood herinnert ons er aan de rug altijd recht te houden en een ieder rechtopstaand in de ogen te kijken. Tegelijkertijd leert het ons om de verbinding met het innerlijke nooit te verliezen net zoals het gewicht van het schietlood naar het centrum van de aarde wijst, contact te houden met ons innerlijke.

    De winkelhaak leert ons om al onze acties af te meten met heldere en duidelijke hoeken, en nergens af te snijden omdat dit beter uit komt. Ons gedrag dient recht en zuiver te zijn, maar ook eerlijk naar onszelf: zonder vage onbereikbare luchtkastelen, of zaken die niet binnen onze capaciteiten liggen. In onze overwegingen zullen we steeds meenemen wat mogelijk is, wat bereikbaar en ons niet laten afleiden door onbereikbare glitter en glamour. We bewandelen de gulden middenweg.

    De passer informeert ons dat we op elk moment de grenzen van ons kunnen observeren zodat we altijd anderen kunnen helpen zonder schade aan ons zelf. Daarom kunnen we opstaan zonder angst, helpen zonder vrees, eervol leven en weten dat eigen grenzen niet hard zijn, maar slechts deuren naar andere werkelijkheden.

    Het paslood adviseert ons dat we niet beter zijn dan anderen, dat we allemaal voortkomen uit dezelfde mensheid waarin we de zelfde hopen, dromen en angsten koesteren. Dat, wat er ook gebeurt we de liefde voor onze medemens nooit moeten vergeten. Hoe hoog we ook mogen rijzen, of hoe diep we als mens ook mogen zinken: geen van ons is superieur aan een ander, geen van ons lager dan een ander. Altijd in de kennis dat uiteindelijk de dood de grote gelijkmaker is.

    Vanuit je hamer en beitel zul je te weten komen welke voordelen er liggen in goed onderwijs en ontwikkeling. De menselijke, ruwe, geest is als een ruwe steen die wacht tot we zelf de hamer en beitel ter hand nemen om onszelf te ontwikkelen. Stel je voor dat daaronder een juweel op je wacht. Elke innerlijke schoonheid ligt verborgen onder ruwe buitenkanten. Door onderwijs en zelfonderzoek kunnen wij onze geest verruimen, onze blik vergroten.

    De troffel leert je dat niets gebonden kan worden zonder het juiste cement, geen verbinding gemaakt, geen fout afgedekt. Zoals de troffel cement gebruikt om stenen te verbinden zo kan compassie mensen verbinden. Zoek de brug of gemene deler om tegenstanders te verbinden.

    De hamer is voor de werkman wat de logica is voor de menselijke geest. Het slaat de blinde ambitie neer die wel eens schade aan anderen kan berokkenen, het deukt de jaloezie, beperkt woede, onderzoekt de ik op zwakheden en verstevigd het goede”.

  • Samenzweringen en geruchten

    Samenzweringen en geruchten

    Is vrijmetselarij een vriendelijke organisatie of een duister geheel?

    Literatuur over vrijmetselarij geeft hierover geen duidelijk antwoord. Voor iemand die gewoon internet af zoekt, of boeken leest kom je beide varianten tegen. Sinds het openbaar verschijnen van vrijmetselarij heeft het zich de woede op hals gehaald van het Vaticaan, diverse regeringen en wordt het al snel schuldig gevonden als er weer een complottheorie verschijnt. Voor veel instanties is vrijmetselarij onbegrijpelijk omdat er geen centrale en coherente ideologie of doctrine is. Vrijmetselarij wordt gedefinieerd door de verbinding met thema’s als universele broederschap en zelfverbetering. Als je er een beetje in duikt kom je er ook al snel achter dat er geen wereldwijd overkoepelend geheel is. Het geheel bestaat uit autonome groepen die GrootLoges heten, en die weer opgedeeld zijn in veel kleinere groepen die loges heten. Om dit verwarrender te maken blijken ook deze loges weer allerlei zaken autonoom te kunnen regelen. Al snel bekruipt de nieuwsgierige onderzoeker de vraag: wat is het eigenlijk?

    Vrijmetselarij ontstond uit de steenhouwers gilden: verbanden van vaklieden die lonen met opdrachtgevers onderhandelden, de kwaliteit van het vakonderwijs waarborgden en reguleerde wie het vak konden uitoefenen. In de vroege middeleeuwen bestudeerden steenhouwers meetkunde, geometrie, en mathematica. Alles overgoten met een saus van natuurkunde en praktische toepasbaarheid. Hun vakkennis leverden ons de kathedralen en kastelen van Europa op. Ervaren en kundige steenhouwers ontwikkelden zich tot ingenieurs en architecten en hadden als zodanig een hogere status dan “gewone” vaklieden. Het leren van het steenhouwersvak ging, evenals alle andere vakken in die tijd, via pad waarin men begon als leerling en -hopelijk- eindigde als meester. Elke nieuwe stap werd gemarkeerd door een ceremonie: een ritueel. Om een beetje cachet aan hun vak te geven verzonnen de gilden ellenlange histories die soms teruggingen naar Bijbelse periodes. Tegelijkertijd waren gilden ook sociale organisaties die hulp regelden voor zieken, gepensioneerde collega’s en regelmatig samen kwamen voor een borrel in zogenaamde loges. Een “loge” was oorspronkelijk de tijdelijke huisvesting van een gilde bij een bouwput, later werd het hele gilde een “loge” genoemd. Om onbekende redenen begonnen de steenhouwersgilden en loges ook niet-steenhouwers te accepteren in de late 16e eeuw: over het algemeen mannen die geïnteresseerd waren in mathematica en bouwkunde. De toon van de conversatie veranderde binnen de loges en de praktijk van steenhouwen werd al snel een symbool voor het werken aan jezelf. Toen in het grootste deel van Europa de gilden werden afgeschaft rond de 18e eeuw, bleven de vrijmetselaarsloges overeind.

    De verspreiding in de 18e eeuw van vrijmetselaarsloges past in de “club geest” van die tijd: men socialiseerde en dineerde samen. Vrijmetselarij was wel anders dan andere clubs: hun bijeenkomsten waren “geheim” en hun ceremonies uitgebreider dan vele andere clubs. Daarnaast waren de loges seculier, egalitair en niet gebonden aan een politieke stroming. De idealen van de verlichting, zoals onder andere wereldburgerschap, vooruitgang en zelfverbetering domineren de vroege vrijmetselaarsliteratuur. Kennis, zo stelde men, overbrugt verschillen in rang, stand, achtergrond en nationaliteit en verzekert universele solidariteit.

    In het begin bleek vrijmetselarij niet zo inclusief als voorzien: vrouwen en arbeiders konden geen lid worden. Toch bleken de loges bijzonder effectief in het mengen van de middenklasse en de aristocratie zoals dat nergens anders gezien kon worden. Loges boden een ruimte om na te denken over de idealen van de Verlichting zoals gelijkheid, secularisme en vooruitgang op basis van kwaliteit in plaats van adellijke geboorte. Meerdere historici hebben beargumenteert dat de vrijmetselarij een van de meest effectieve opleidingen was voor openbaar bestuur en publieke participatie.

    De kritiek van het Vaticaan is snel terug te voeren op een bericht van een Franse politie agent die het geheel onderzocht en geen toegang kreeg tot een loge. Dit resulteerde in een grotendeels verzonnen rapport waarop de paus vrij snel de vrijmetselarij afwees. Napoleon omarmde de vrijmetselarij, evenals het Britse vorstenhuis, terwijl dictatoriale regimes het verfoeide. Hitler roeide de loges in Duitsland uit, mede omdat het plekken waren waar Joodse burgers op gelijke voet met niet-Joden konden communiceren. Het emancipatie-karakter van de vrijmetselarij kan niet onderschat worden. Meer recentelijk wees de Turkse president de loges aan als broedplaats van staatsgevaarlijke ideeën, een aparte ontwikkeling mede omdat Kemal Ataturk een bekend Turks vrijmetselaar was.

    Een Sint-Janner: “Kijk, in de tijd dat vrijmetselarij ontstond was de dominante regeringsvorm de absolute monarchie, vrijmetselaars en Verlichtingsfilosofen wilden de parlementaire democratie. Dit is gelukt, maar elke tegenstander van democratie kijkt nog steeds met argusogen naar ons. En terecht.”