De vraag wordt regelmatig gesteld. De opmerking is dan dat vrijmetselarij iets uit het verleden is, een beweging die zinvol was in de 18e en 19e eeuw, maar ondertussen is ingehaald door het moderne leven. Een leven vol hectiek, met andere sociale en familie verbanden.
De argumenten zijn veelal hetzelfde:
- Als vrijmetselarij een religieuze beweging is, dan is het niet uniek, en zeker niet onvervangbaar.
- Als vrijmetselarij een politieke beweging is, dan is het heel slecht in het uitvoeren van haar taken.
- Als vrijmetselarij filantropisch is, dan is het ingehaald door grotere en beter georganiseerde NGO’s
- Als vrijmetselarij een serviceclub is, dan is het slechts een van de velen en niet bijzonder.
Het probleem is met deze argumenten is, dat vrijmetselarij geen van allen is.
Zeker, vrijmetselarij biedt haar leden morele en spirituele perspectieven, maar geen religieuze. Het promoot dat leden een actieve rol spelen in hun omgeving, maar heeft geen politieke visie. De goede doelen die vrijmetselarij ondersteunt zijn een consequentie van het gedachtegoed, maar niet de kern, en kandidaten die het zien als een serviceclub komen zeer snel bedrogen uit.
Dit weigeren om in vakjes geduwd te worden heeft vrijmetselarij steeds parten gespeeld: voorstanders van autoritaire en centralistische regeringsvormen zijn zonder uitzondering vijandig naar de vrijmetselarij. Zij verguizen de humanistische en egalitaire wijze van handelen en de vrijdenkende geest van de vrijmetselarij. In Europa is bij vrijmetselaars in het westen de herinnering aan de vervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog nog levend, in het oosten de vervolging onder het communistische juk. Onbegrijpelijk voor de buitenstaander, en zelfs voor sommige ingewijden.
Moderne vrijmetselaars worden gestimuleerd om aan zichzelf te werken en verantwoording te nemen voor hun omgeving en de mensheid op een manier die door geen andere organisatie wordt gepropageerd. Als er een minpunt zou zijn, dan is het dat de rituelen wat anachronistisch zijn…. Of toch niet?
De oorsprong
Om te begrijpen wat vrijmetselarij vandaag de dag is, zullen we terug moeten gaan naar het begin. Vrijmetselarij ontstond in een Europa dat aan de vooravond stond van grote maatschappelijke en sociale veranderingen. Communicatie over grote afstanden was mogelijk geworden, schepen brachten goederen en ideeën uit verre vreemde landen, en de wetenschap maakte grote sprongen in het begrijpen van de wereld, het universum en de plaats van de mens daarin. Langzaam maar zeker begonnen filosofen te begrijpen dat de Europese regeringsvormen, geworteld in de Middeleeuwen, niet meer voldeden aan de eisen en wensen van de moderne mens. Verlichtingsdenkers, die zonder uitzondering de vrijmetselarij aanhingen, zagen zichzelf staan aan de vooravond van een transformatie van mens en maatschappij.
Daar waar de mensheid gedefinieerd werd door families, stammen, dorpen en landen begon men te realiseren dat we allemaal stakeholders zijn in een globale economische, politieke en culturele entiteit. De natuurlijke conclusie was de focus op de rechten van de mens die doorsijpelde in de Amerikaanse en Franse revolutie. Het gedachtegoed maakte het individu onderdeel van een grotere wereldgemeenschap en legde een verantwoordelijkheid voor het individu bij diezelfde gemeenschap. Dit gedachtegoed legde het fundament voor concepten als de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de basis voor de berechting van “misdaden tegen de menselijkheid”.
Één wereld
Veldheren en heersers hebben in de geschiedenis getracht om rijken uit te kerven met meer of minder geluk. Basaal gebruikten ze hier twee methoden voor: de complete culturele en militaire dominantie van één volk over de anderen, of het van boven af bouwen van een samenleving op basis van respect voor anderen. Van de eerste manier kunnen we voldoende voorbeelden op noemen, van de tweede zien we vaak slechts elementen terugkeren. De vrijmetselarij ziet een derde manier: het bouwen van een globale menselijke samenleving met respect voor het individu van onderop.
Een analyse van de rituelen van de vrijmetselarij toont hierin belangrijke aanknopingspunten: beïnvloedt door de grootste denkers van hun tijd bestaat het niet uit een lege ceremonie met een historiserende en logische opbouw, maar beelden en verhalen die gemakkelijk te onthouden zijn en belangrijke waarden communiceren van de Verlichting. Geen opdreunen van feiten of inhameren van doctrines en dogma’s, maar een oproep tot contemplatie, reflectie en benadrukken van vrijheid, gelijkheid en broederschap.
Vrijmetselarij “leent” in haar symboliek en rituelen uit elke beschaving: er zitten klassieke, christelijke en joodse elementen in. Alchemie, tempeliers, Egypte, ze komen allemaal voorbij zonder een hutspot van tegenstrijdigheden te formuleren. In de uitvoering van een ritueel hoeft niet elke vrijmetselaar bewust te zijn van elk onderdeel van het ritueel of de diepere betekenis van elk symbool.
Als gevolg hiervan is de vrijmetselarij, haar rituelen en symbolen een encyclopedie van universele waarden geworden. Om alle kennis uit te pakken en te decoderen heeft de ingewijde veel tijd nodig. Al snel wordt duidelijk dat de rituelen en symbolen niet bedoeld zijn om allemaal geanalyseerd en begrepen te worden, maar juist dat elk individu er uit haalt wat op dat moment binnen de eigen leefwereld resoneert.
De cultuur van elke loge promoot en stimuleert dat leden verschillende ideeën en concepten bestuderen, vaak ver verwijderd van hun dagelijks leven. Vrijmetselaars leren snel kennis tot zich nemen, tolerant te zijn voor andere meningen, en zelfs verhandelingen aan te horen en te analyseren die lijnrecht op de eigen mening staan. Dit evenwel zonder de eigen persoonlijkheid of mening op te geven: verre van dat, gesprekken worden juist gestimuleerd, waarbij de vrijmetselaar leert om zijn eigen mening en gedachten te onderbouwen en waar nodig bij te schaven zonder deze op te leggen aan anderen. Dit verbreden van de gedachten ontwikkelt niet alleen de horizon van het eigen denken het stimuleert het verbeeldingsvermogen.
Als gevolg leert de vrijmetselaar al snel dat ondanks de diverse opinies, culturen en zienswijzen, de wereld verbonden is en in zekere zin afhankelijk van elkaar.
In deze zin waren de oprichters van de vrijmetselarij hun tijd ver vooruit.
Tolerantie, vrijdenken en broederschap
De oprichters van de vrijmetselarij waren alle goede protestanten en getrouwe onderdanen van de Britse koning. Toch schreven zij expliciet niet in hun regels dat men protestant moest zijn of een onderdaan. Door dit specifiek niet te zeggen stelde men de organisatie open voor mensen van allerlei achtergronden en met allerlei overtuigingen. Door de regels op een specifieke manier te formuleren dwongen zij af dat de vrijheid van denken, vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van geloof verankerd werd in de vrijmetselarij twee eeuwen voordat de publieke discussie hierover ontstond.
Om de verbondenheid te benadrukken spreken zij in hun regels uit dat er een universele broederschap is, waardoor een radicaal concept werd ingevoerd in een Europa waar de religieuze oorlogen nog vers in het geheugen lagen. De huidige en voormalige vijand werd ineens een “broeder” waar men zonder vooroordelen mee kon en moest praten.
Hoewel “broederschap” vaak terugkomt in religieuze verbanden is er een fundamenteel verschil tussen bijvoorbeeld kloosterorden en de vrijmetselarij. Religieuze broederschappen definiëren deze broederschap altijd als verticaal (we zijn immers kinderen van dezelfde vader, en dus broeders), het lid dient zich te onderwerpen aan de wil van de “vader” en de broederschap is beperkt tot de leden van de broederschap: exclusief.
De broederschap van de vrijmetselarij is horizontaal. Het ontstaat uit de individuele beslissing om anderen te erkennen als “broeders”, zonder tussenkomst van een hogere macht. De resulterende broederschap is daarmee niet gebonden aan regels en dogma’s, maar een uiting van vrije keuze. Het vergt het begrijpen en voelen dat alle mensen verbonden zijn, ondanks verschillen. Ook daar was vrijmetselarij haar tijd vooruit: door actief om te gaan met diversiteit lang voordat dit een maatschappelijk issue werd.
Een ander belangrijk verschil met religieuze broederschappen is dat vrijmetselaars nooit getracht hebben mensen te bekeren: de nadruk op de “vrije wil” en de “vrije keuze” is een van de meest belangrijke principes.
Morele verantwoordelijkheden
Een ander iets waarin de vrijmetselarij afwijkt van vele andere organisaties is dat zij geen “einddoel” voor ogen heeft. Het is waarden gebaseerd. Los van hoe deze waarden uitgevoerd worden of geïnterpreteerd accepteerden de eerste vrijmetselaars dat de wereld veranderd en dat mensen veranderen. “Medemenselijkheid” als kernwaarde van de vrijmetselarij kan daardoor transformeren door de eeuwen in interpretatie en invulling, maar de kernwaarde blijft overeind. Het gevolg is dat vrijmetselarij vanuit haar basis ook volledig vrij is van dogma’s. Elke vrijmetselaar wordt opgeroepen om binnen de eigen leefomgeving op basis van eigen (culturele) waarden invulling te geven aan de kernwaarden. De diversiteit van meningen en culturen komt dan prachtig tot uiting in het symbool van de “mozaïeken vloer”: een tegelvloer van verschillende stenen die toch tezamen een vloer vormen.
Conclusie
In de wereld van vandaag zien we dat landen en gemeenschappen verscheurd worden tussen de discussies omtrent diversiteit en associatie. Reacties op de influx van andere culturen, en tegelijkertijd de wens om blokken te vormen leiden tot tegengestelde krachten die hun eigen balans lijken te verstoren. Landen willen vredig samenwerken, maar bewapenen zich tot het punt dat ze mensheid kunnen uitroeien. Regeringsleiders kiezen voor intimidatie, zonder daadwerkelijke oorlog, in de hoop op dat scherp van de snede te blijven lopen, met het risico dat als ze vallen wij allemaal meegaan.
Steeds meer mensen komen tot de conclusie dat dit het pad van waanzin is. Zelfs als er een dominante supermacht zou zijn, dan zou het bouwen van een werelddominantie ongelooflijk complex zijn. Het probleem ligt daarbij niet in het opleggen van een politieke visie, maar het rekening moeten houden met de culturele, religieuze, en politieke diversiteit en het aanpassingsvermogen van mensen. Mensen met elk eigen meningen, willen en stemmen. Dit heeft er voor gezorgd dat we succesvol zijn als soort, en levert tegelijkertijd een ingebouwde reflex dat we onze eigenheid automatisch verdedigen.
De vrijmetselarij opent de geest voor deze diversiteit, tolerantie, respect en liefde voor anderen. Het staat ons toe om onze vooroordelen naast ons neer te leggen en de belemmering in onze systemen en gemeenschappen te zien. Als we bijvoorbeeld culturele diversiteit zien als fundamenteel voor het overleven van de mensheid in de 21e eeuw, dan wordt vrijmetselarij ineens bijzonder relevant. Niet als een soort lapmiddel, maar als een methode om om te gaan met al die verschillende zienswijzen, achtergronden en culturen.