Als we de nieuwsvoorziening bekijken over Facebook, Sleepwet en andere thema’s dan komen geheimen daar prominent in voor. De vrijmetselarij heeft geheimen, maar waarom eigenlijk?
In de Vrijmetselarij wordt je regelmatig geconfronteerd met geheimen. Al bij je inwijding leer je een aantal “geheimen”. De geheimen die je daar leert hebben betrekking op waarden die gebruikt moeten worden als thema voor reflectie. Veel wordt altijd gemaakt van de geheimhouding van de vrijmetselarij: de speculaties er over (door niet-vrijmetselaars) lopen van het banale tot het uitgesproken bizarre.
Een Duitse socioloog stelde vast dat het fundamentele issue bij geheimen niet het geheim zelf is, maar vertrouwen. Iets dat we wederzijds aan elkaar moeten geven, iets wat we niet kunnen opeisen. De socioloog stelde vast dat geheimen voorkomen in een aantal categorieën die uiteindelijk terug te voeren zijn naar een type relatie: partnerschap, vriendschap en huwelijk.
De vrijmetselarij lijkt binnen deze categorieën het meest binnen partnerschap te vallen. Een doelgericht partnerschap is een aparte sociologische entiteit. In deze partnerschap hoeven deelnemers elkaars geheimen niet te weten: ze komen samen voor een doel. Het enige wat ze van elkaar moeten weten is welk doel ze gezamenlijk nastreven. Op dit niveau functioneert een zekere mate van vertrouwen als de basis voor het succes van hun doel.
Op basis hiervan ontstaat er een interessante relatie tussen vertrouwen en discretie. Discretie is het respect voor elkaars geheimen, verbonden aan een gebrek aan interesse in wat niet expliciet onthuld wordt. Hierdoor wordt de partnerschap ook gebouwd op deze twee pilaren. We vinden het niet noodzakelijk om meer te weten over bijvoorbeeld een werkcollega dan strikt noodzakelijk of relevant, zelfs als we misschien brandende vragen zouden hebben. Het recht om vragen te stellen wordt in toom gehouden door het gerespecteerde recht op geheimhouding.
Vertrouwen fungeert als een lijm in een partnerschap, en is een tussen-staat tussen weten en onwetendheid. Als je alles weet over iemand hoef je niet te vertrouwen: je weet immers, en als je onwetend over iemand bent is er geen logische reden voor vertrouwen. Hoewel de grenzen van discretie vaak moeilijk vast te pinnen zijn lijkt het verbonden aan een zekere mate van respect voor de ander. Zodra er geen respect voor een andere persoon is, vervallen we al snel in indiscreet gedrag.
Op filosofisch niveau kan het bewaren van een geheim een lijdensweg of een test zijn. Kierkegaard zei ooit “lijden is een geheim delen met God”.
Wat betekent dit voor onze wereld en maatschappij?
Wij leven in een maatschappij die besloten lijkt te hebben dat ultieme transparantie een weg is tot zuivering van de maatschappij. Transparantie die gebruikt werd om strafbaar gedrag te vinden en openbaar te maken heeft ondertussen onze eigen relaties met anderen veranderd en is een invasief concept geworden. In een wereld waar zelfs toevallige voorbijgangers in de diepste geheimen van je privéleven kunnen kijken, en waar overheden meekijken in je communicatie lijken we slecht om te kunnen gaan met deze transparantie. Onzeker over wat we moeten, mogen of niet hoeven te delen experimenteren we er op los.
Het “geheim” lijkt op te lossen in de wereld van technologie, van social media en de noodzaak die mensen voelen tot het doen van allerlei spontane bekentenissen. Als gevolg hiervan ontstaat een geweldige stroom aan informatie waarbij het lijkt alsof niets meer verborgen kan zijn en alles in de etalage moet liggen. We worden aangespoord mee te doen aan dit openbaar maken, gedwongen zelfs, want “een geheim hebben” begint een negatieve connotatie te krijgen. We moeten alles openbaren: onze fouten, onze vergissingen. Al die misstappen die ons gemaakt hebben tot wie we zijn. Al die fouten die ons naar ons eigen rechte pad gebracht hebben.
De functie van het geheim binnen de vrijmetselarij is niet het verbergen van het negatieve, het duivelse of het kwade. De functie van het geheim is juist een licht-brengend principe. Het geheim is een middel dat ons herinnert aan het feit dat niet alleen wij een pad hebben, maar dat wij ook anderen helpen op hun pad.
Door ons vertrouwen naar en in elkaar te bewaren en te bewijzen en het oog gericht op ons doel.